breve

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

De breve [3] in drie versies
Uitspraak
Woordafbreking
  • bre·ve
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord breve breven
verkleinwoord brevetje brevetjes

Zelfstandig naamwoord

de brevev / m

  1. (taalkunde) het diakritisch teken ˘ (met ronde vorm) dat een korte klinker weergeeft
    • Boven de ğ bevindt zich een breve. 
  2. (religie) (rooms-katholiek) pauselijke brief
  3. (muziek) een noot die twee- of soms driemaal de lengte van een hele noot had
Verwante begrippen
  • haček, een vergelijkbaar diakritisch teken maar dan met scherpe punt
Vertalingen

Gangbaarheid

23 % van de Nederlanders;
14 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen


Deens

Uitspraak
Woordafbreking
  • bre·ve
Naar frequentie 2579

Zelfstandig naamwoord

breve

  1. nominatief onbepaald onzijdig enkelvoud van brev


Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • bre·ve
  enkelvoud meervoud
mannelijk breve breves
vrouwelijk breve breves

Bijvoeglijk naamwoord

breve

  1. kort, beknopt
  • en breve
binnenkort

Verwijzingen