brennte ab

Uit WikiWoordenboek

Duits

Uitspraak
  • IPA: /ˈbʀɛntəʔap/
Woordafbreking
  • brenn·te ab

Werkwoord

brennte ab

  1. (hoofdzin) eerste persoon enkelvoud aanvoegende wijs II verleden tijd van abbrennen
  2. (hoofdzin) derde persoon enkelvoud aanvoegende wijs II verleden tijd van abbrennen