breen

Uit WikiWoordenboek

Noors

Woordafbreking
  • bre·en
Naar frequentie 54765

Zelfstandig naamwoord

breen, m

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van bre


Nynorsk

Woordafbreking
  • bre·en

Zelfstandig naamwoord

breen, m

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van bre
Schrijfwijzen


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
brear

breen

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van brear
  2. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van brear