branding

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

branding met witte golftoppen
Uitspraak
Woordafbreking
  • bran·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord branding brandingen
verkleinwoord brandinkje brandinkjes

Zelfstandig naamwoord

de brandingv

  1. het deel van een zee of oceaan dicht bij de kust, waar de golven breken
    • In de branding van een oceaan kun je goed surfen. 

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen