boomkweker
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: boomkweker (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbomkwekər / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈbom.kʋe.kər/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈbom.kβ̞e.kər/
Woordafbreking
- boom·kwe·ker
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van boom en kweker
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boomkweker | boomkwekers |
verkleinwoord | boomkwekertje | boomkwekertjes |
Zelfstandig naamwoord
de boomkweker m
- (beroep) een persoon die beroepsmatig bomen kweekt
- Heb jij de boomkweker al gebeld over die appelboom?
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord boomkweker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal