blue

Uit WikiWoordenboek

Engels

 
2. blauw
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
  • Ontwikkeld uit Middelengels blewe, ontleend aan Normandisch-Frans blew (=mod. Frans bleu).
stellend vergrotend overtreffend
blue bluer bluest

Bijvoeglijk naamwoord

blue

  1. (kleur) blauw
  2. (informeel) (figuurlijk) depri
  3. (politiek) met betrekking tot een politieke partij, bijv. de Democraten (VS), Liberalen (Australië) of Conservatieven (VK)
  4. (filmkunst) (figuurlijk) (eufemisme) pornografisch of seksueel getint
  5. (kookkunst) met betrekking tot een zeer rauwe en koud behandelde steak
  6. (astronomie) (natuurkunde) zijnde binnen de frequentie van 606–630 THz of de golflengte van 476–495 nm