bloempaal
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bloem·paal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bloem en paal
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bloempaal | bloempalen |
verkleinwoord | bloempaaltje | bloempaaltjes |
Zelfstandig naamwoord
- een standaard voor hangplanten
- De bloempaal werd op het terras geplaatst.
Gangbaarheid
- Het woord 'bloempaal' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.