bloemenkweker

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bloe·men·kwe·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bloemenkweker bloemenkwekers
verkleinwoord bloemenkwekertje bloemenkwekertjes

Zelfstandig naamwoord

de bloemenkwekerm

  1. (beroep) iemand die bloemen kweekt
     Een bloemenkweker uit het Gelderse Heumen zit met 300.000 gladiolen in zijn maag. De bloemen waren bedoeld voor deelnemers aan de Nijmeegse Vierdaagse, maar die is vanwege de coronacrisis afgelast.[1]
Synoniemen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Kweker heeft 300.000 gladiolen over door afgelasting Vierdaagse” (2 juni 2020), NOS