blijkt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • blijkt

Werkwoord

vervoeging van
blijken

blijkt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blijken
    • Jij blijkt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blijken
    • Hij blijkt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van blijken
    • Blijkt!