blijkens

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • blij·kens
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘voorzetsel’ voor het eerst aangetroffen in 1840 [1]
  • Genitiefvorm van blijken.

Voorzetsel

blijkens

  1. naar blijkt uit
    • - Dit is blijkens de resultaten van het uitvoerige onderzoek niet het geval. 
    • - Waar de 20ste-eeuwse filosofie in het teken stond van taal, staat tegenwoordig de geest middenin de wijsgerige belangstelling. Ook bij het grote publiek leeft de vraag wat de geest is, blijkens het succes van boeken als Wij zijn ons brein van Dick Swaab, een unverfroren verdediging van het standpunt dat de geest een verzameling hersenprocessen is. (Menno Lievers NRC 1 april 2016) 

Gangbaarheid

91 % van de Nederlanders;
82 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen