bleven aan

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ble·ven aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanblijven

bleven aan

  1. meervoud verleden tijd van aanblijven
    • Wij bleven aan. 
    • Jullie bleven aan. 
    • Zij bleven aan. 


Gangbaarheid