bleke
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ble·ke
Bijvoeglijk naamwoord
bleke
- verbogen vorm van de stellende trap van bleek
- ▸ Haar bleke gezicht behoorde eerder toe aan een terminale patiënt dan aan een vrouw in de bloei van haar leven.[1]
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bleken |
bleke
- aanvoegende wijs van bleken