blazen/vervoeging

[A] luchtstroom veroorzaken

vervoeging van de bedrijvende vorm van blazen
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		blazen			te blazen
	toekomend		zullen blazen			te zullen blazen
voltooid	tegenwoordig		hebben geblazen			te hebben geblazen
	toekomend		geblazen zullen hebben			geblazen te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	blazend		geblazen			ev. blaas	mv. verouderd blaast	blaze
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	blaas	blaast	blaast	blaast	blaast	blazen	blazen	blazen
verleden (o.v.t.)	blies	blies	blies	bliest	blies	bliezen	bliezen	bliezen
toekomend (o.t.t.t.)	zal blazen	zult/zal blazen	zult/zal blazen	zult blazen	zal blazen	zullen blazen	zullen blazen	zullen blazen
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou blazen	zou blazen	zou(dt) blazen	zoudt blazen	zou blazen	zouden blazen	zouden blazen	zouden blazen
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb geblazen	hebt geblazen	hebt/heeft geblazen	hebt geblazen	heeft geblazen	hebben geblazen	hebben geblazen	hebben geblazen
verleden (v.v.t.)	had geblazen	had geblazen	had geblazen	hadt geblazen	had geblazen	hadden geblazen	hadden geblazen	hadden geblazen
toekomend (v.t.t.t.)	zal geblazen hebben	zal/zult geblazen hebben	zult/zal geblazen hebben	zult geblazen hebben	zal geblazen hebben	zullen geblazen hebben	zullen geblazen hebben	zullen geblazen hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou geblazen hebben	zou geblazen hebben	zou/zoudt geblazen hebben	zoudt geblazen hebben	zou geblazen hebben	zouden geblazen hebben	zouden geblazen hebben	zouden geblazen hebben
onpersoonlijke lijdende vorm geblazen worden
	onvoltooid				voltooid
tegenwoordig	er wordt geblazen				er is geblazen
verleden	er werd geblazen				er was geblazen
toekomend	er zal geblazen worden				er zal geblazen zijn
voorwaardelijk	er zou geblazen worden				er zou geblazen zijn

[B] roken

vervoeging van de bedrijvende vorm van blazen
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		blazen			te blazen
	toekomend		zullen blazen			te zullen blazen
voltooid	tegenwoordig		hebben geblazed			te hebben geblazed
	toekomend		geblazed zullen hebben			geblazed te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	blazend		geblazed			ev. blaze	mv. verouderd blazet	blaze
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	blaze	blazet	blazet	blazet	blazet	blazen	blazen	blazen
verleden (o.v.t.)	blazede	blazede	blazede	blazede	blazede	blazeden	blazeden	blazeden
toekomend (o.t.t.t.)	zal blazen	zult/zal blazen	zult/zal blazen	zult blazen	zal blazen	zullen blazen	zullen blazen	zullen blazen
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou blazen	zou blazen	zou(dt) blazen	zoudt blazen	zou blazen	zouden blazen	zouden blazen	zouden blazen
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb geblazed	hebt geblazed	hebt/heeft geblazed	hebt geblazed	heeft geblazed	hebben geblazed	hebben geblazed	hebben geblazed
verleden (v.v.t.)	had geblazed	had geblazed	had geblazed	hadt geblazed	had geblazed	hadden geblazed	hadden geblazed	hadden geblazed
toekomend (v.t.t.t.)	zal geblazed hebben	zal/zult geblazed hebben	zult/zal geblazed hebben	zult geblazed hebben	zal geblazed hebben	zullen geblazed hebben	zullen geblazed hebben	zullen geblazed hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou geblazed hebben	zou geblazed hebben	zou/zoudt geblazed hebben	zoudt geblazed hebben	zou geblazed hebben	zouden geblazed hebben	zouden geblazed hebben	zouden geblazed hebben
onpersoonlijke lijdende vorm geblazed worden
	onvoltooid				voltooid
tegenwoordig	er wordt geblazed				er is geblazed
verleden	er werd geblazed				er was geblazed
toekomend	er zal geblazed worden				er zal geblazed zijn
voorwaardelijk	er zou geblazed worden				er zou geblazed zijn