blauwfilter
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: blauwfilter (hulp, bestand)
Woordafbreking
- blauw·fil·ter
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van blauw en filter
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | blauwfilter | blauwfilters |
verkleinwoord | blauwfiltertje | blauwfiltertjes |
Zelfstandig naamwoord
- (optica), (fotografie) filter dat alleen de blauwe component van het spectrum doorlaat
Gangbaarheid
- Het woord blauwfilter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.