bitt

Uit WikiWoordenboek

Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • bitt
Naar frequentie 3537

Werkwoord

har bitt

  1. voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van bite

Werkwoord

bitt

  1. voltooid (verleden) deelwoord bedrijvende vorm van bite