biler

Uit WikiWoordenboek

Deens

Uitspraak
Woordafbreking
  • bi·ler
Naar frequentie 1534

Werkwoord

biler

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van bile

Zelfstandig naamwoord

biler

  1. nominatief onbepaald gemeenschappelijk geslacht meervoud van bil


Frans

Uitspraak

Werkwoord

se biler

  1. wederkerend (spreektaal) zich zorgen maken
    «Te bile pas pour Gaston, il se débrouillera!»
    Zit maar niet in over Gaston, die redt zich wel! [1]

Verwijzingen


Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • bi·ler
Naar frequentie 1578

Werkwoord

biler

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van bile

Zelfstandig naamwoord

biler

  1. nominatief onbepaald mannelijk meervoud van bil

Zelfstandig naamwoord

biler

  1. nominatief onbepaald mannelijk meervoud van bile
Schrijfwijzen
Typische woordcombinaties
  • parkerte biler
geparkeerde auto's


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • bi·ler

Werkwoord

biler

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van bila

Werkwoord

biler

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van bile
Schrijfwijzen

Zelfstandig naamwoord

biler

  1. nominatief onbepaald vrouwelijk meervoud van bile