bijtje

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Brachygobius xanthozona
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • [1] bij·tje
  • [2] bijt·je

Zelfstandig naamwoord

het bijtjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bij
  2. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bijt
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord bijtje bijtjes

Zelfstandig naamwoord

het bijtjeo dim. tant.

  1. (straalvinnigen) Brachygobius xanthozona op Wikispecies een straalvinnige vis uit de familie van de grondels (Gobiidae op Wikispecies). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1849 door Pieter Bleeker op Wikipedia (nl)
Hyperoniemen


Gangbaarheid

90 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be