bijlappen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  bijlappen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• bij·lap·pen

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  bij bw  en  lappen ww 

Werkwoord

bijlappen

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
bijlappen	lapte bij	bijgelapt
zwak -t	volledig

1. (informeel) bedrag dat je moet bijbetalen om een tekort aan te vullen

   • In de loop van 2006 werd duidelijk dat Potgieter het niet voor dat geld zou kunnen doen. Onder leiding van wethouder B. Kuiper zette het college de mogelijkheden om het poppodium in de beoogde vorm te reden op een rijtje. Voorafgaande aan de behandeling van de voorjaarsnota 2007 lag er een notitie op tafel, waaruit bleek dat de raad of met nog eens eenmalig met twee miljoen euro extra over de brug zou moeten komen jaarlijks nog eens 240.000 euro zou moeten bijlappen.  
   • De Grondbank Almelo schrijft geen rode cijfers meer. De gemeente Almelo moest de afgelopen jaren telkens 60.000 tot 80.000 euro bijlappen, maar dat hoeft niet meer nu de gemeente de exploitatie heeft overgenomen.  

2. (informeel) verraden aan de politie

   • Nazir schepte op over de overvallen die hij pleegde en demonstreerde in zijn woning hoe hij het pistool hanteerde. De verdachte zegt dat medeverdachten hem er ten onrecht bijlappen. Vonnis over twee weken.  

3. het verbeteren van iets dat in een slechte conditie is geraakt

Synoniemen

• [3] restaureren, repareren, opkalefateren, herstellen

Gangbaarheid

• Het woord bijlappen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bijlappen" herkend door:

95 %	van de Nederlanders;
85 %	van de Vlamingen.