bezeild
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·zeild
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van bezeilen: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | bezeild | bezeilder | bezeildst |
verbogen | bezeilde | bezeildere | bezeildste |
partitief | bezeilds | bezeilders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
bezeild [1]
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Werkwoord
vervoeging van: | bezeilen… |
verbogen vorm: | bezeilde |
bezeild
- voltooid deelwoord van bezeilen
Gangbaarheid
- Het woord bezeild staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bezeild" herkend door:
72 % | van de Nederlanders; |
81 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be