bewegelijk

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·we·ge·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen bewegelijk bewegelijker bewegelijkst
verbogen bewegelijke bewegelijkere bewegelijkste
partitief bewegelijks bewegelijkers -

Bijvoeglijk naamwoord

bewegelijk

  1. veel bewegend; snel veranderend
     De meeste beurzen in Azië leden vandaag weer fors verlies. De handel verliep nerveus en bewegelijk en zwalkte op sommige beurzen van zwaar verlies naar lichte winst om weer met verlies te eindigen.[1]
     Ook de andere Europese beurzen zijn bewegelijk. In Frankfurt staat de belangrijkste graadmeter 0,5 procent hoger, Londen en Parijs winnen 1,5 tot 2 procent.[2]
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 13 januari 2023 Weblink bron “Is er een China-crisis in aantocht?” (Dinsdag 25 augustus 2015, 13:07), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 13 januari 2023 Weblink bron “Onrustig begin nieuwe beursweek” (Maandag 22 augustus 2011, 11:20), NOS