bevloeien

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·vloei·en
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bevloeien
bevloeide
bevloeid
zwak -d volledig

Werkwoord

bevloeien [1]

  1. (landbouw) Water op een stuk land brengen, vooral ter bevordering van de groei van landbouwgewassen bij droogte.
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen