bevillings
Deens
Woordafbreking
- be·vil·lings
Woordherkomst en -opbouw
- Deense zelfstandig-naamwoordsvorm met het voorvoegsel be-
Naar frequentie | zeldzaam |
---|
Zelfstandig naamwoord
bevillings, g
- onbepaalde vorm genitief enkelvoud van bevilling
Naar frequentie | zeldzaam |
---|
bevillings, g