bevaren

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·va·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bevaren
bevoer
(bevaarde[2])
bevaren
klasse 6 volledig

Werkwoord

bevaren

  1. overgankelijk op een bepaald water varen
    • De Boeginezen bevoeren de wateren voor de kust van Australië al lang voor de Nederlanders verschenen. 
Vertalingen

Werkwoord

Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van bevaren: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs)
vervoeging van: bevaren…
geen verbogen vorm

bevaren

  1. voltooid deelwoord van bevaren
Antoniemen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen