betogingsverbod
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·to·gings·ver·bod
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van betoging en verbod met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | betogingsverbod | betogingsverboden |
verkleinwoord | betogingsverbodje | betogingsverbodjes |
Zelfstandig naamwoord
het betogingsverbod o
- het verbod om te betogen.
- Tijdens officiële plechtigheden geldt er op bepaalde plaatsen een betogingsverbod.
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'betogingsverbod' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.