betoging

Uit WikiWoordenboek
betoging

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·to·ging
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord betoging betogingen
verkleinwoord betoginkje betoginkjes

Zelfstandig naamwoord

de betogingv

  1. (politiek) openbare samenkomst van velen met als doel een steunbetuiging of protest te laten horen
     Het was de grootste anti-regeringsdemonstratie van de laatste jaren. Jongeren hadden tot de betoging opgeroepen nadat de regering-Bouterse de benzineprijzen vorige week had verhoogd.[3]
      Men zong de Marseillaise en de oude revolutionnaire voorstad scheen te trillen, bij het hooren van dat lied. Er verscheen licht aan de vensters, de deuren werden geopend, de straten werden levendig. Sterke detachementen policie stelden een einde aan die betooging.[4]
      De vergadering had plaats, in het lokaal van de Cornet, in de fabriekstraat, en is in alle opzigten waardig geweest de gewigtige betooging, waarvan zij schijnt de voorbode te zijn.[5]
  2. (wetenschap) (verouderd) presentatie van feiten en argumenten voor een bepaalde opvatting
     De algebra of stelkunde, bevattende de ontbinding der vergelijkingen of eveningen van de twee eerste graden; die der onbepaalde vergelijkingen van den eersten graad; de algemeene zamenstelllngen der vergelijkingen; de betoging der formule van de tweevoudige grootheid of het binoma van Newton, alleen in geval de geheel positive exponenten plaats grijpen[6]
      Betoghing van persoon
    t'zy vroom of snode mensch
    Heeft meer als ander zaken Voorreden na wensch
    (…)
    [7]
Schrijfwijzen
Synoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[8]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. betoging op website: Etymologiebank.nl
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 juni 2020 Weblink bron
    Hans Buddingh'
    “Betoging tegen regering-Bouterse die ‘volk en land verkracht’” (4 april 2017) op nrc.nl op Wikipedia
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 juni 2020 Weblink bron De Verkiezingen in Frankrijk. in: De Noord-Brabanter, jrg. 41 nr. 58 (20 mei 1869), D.A.A. de Rooy, 's-Hertogenbosch, p. 2 kol. 1
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 juni 2020 Weblink bron België. in: Middelburgsche Courant, jrg. 29 nr. 157 (31 december 1844), Wed. J. Abrahams & Zoon, Middelburg, p. 2 kol. 1
  6. Bronlink geraadpleegd op 28-06-2020 Weblink bron Keizerlijke Polytechnische School, Mededinging (19-06-1812) in: Journal du département des bouches de la Meuse = Dagblad van het departement der monden van de Maas, La Haye, p. 3.
  7. Bronlink geraadpleegd op 28 juni 2020 Weblink bron
    H.L. Spiegel (ed. W.J.H. Caron)
    Rederyck-kunst. (1587) in: Twe-spraack. Ruygh-bewerp. Kort begrip. Rederijck-kunst. (1962), J.B. Wolters, Groningen, p. 191
  8. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be