beters
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·ters
Woordherkomst en -opbouw
Bijvoeglijk naamwoord
beters
- partitief van de vergrotende trap van goed: beter
- Heb je niets beters te doen?
Gangbaarheid
- Het woord beters staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.