bestuurde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·stuur·de

Werkwoord

vervoeging van
besturen

bestuurde

  1. enkelvoud verleden tijd van besturen
    • Ik bestuurde. 
    • Jij bestuurde. 
    • Hij, zij, het bestuurde. 
     Haar rechterhand bestuurde de muis.[1]
  2. verbogen vorm van bestuurd, voltooid deelwoord van besturen

Verwijzingen

  1. All-inclusive” op Wikipedia (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht, ISBN 90-229-9182-2