besturing

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·stu·ring
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van besturen met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud meervoud
naamwoord besturing besturingen
verkleinwoord besturinkje besturinkjes

Zelfstandig naamwoord

de besturingv

  1. het mechaniek waarmee een apparaat bestuurd wordt, stuurinrichting
  2. het besturen van een apparaat, proces of organisatie
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be