bestrijdt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·strijdt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bestrijden |
bestrijdt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bestrijden
- Jij bestrijdt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bestrijden
- Hij bestrijdt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bestrijden
- Bestrijdt!