bestraft

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·straft
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van bestraffen: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel

Werkwoord

vervoeging van
bestraffen

bestraft

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bestraffen
    • Jij bestraft. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bestraffen
    • Hij bestraft. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bestraffen
    • Bestraft! 
vervoeging van: bestraffen…
verbogen vorm: bestrafte

bestraft

  1. voltooid deelwoord van bestraffen
Antoniemen

Gangbaarheid