besteedt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·steedt

Werkwoord

vervoeging van
besteden

besteedt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van besteden
    • Jij besteedt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van besteden
    • Hij besteedt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van besteden
    • Besteedt!