bespioneerden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·spi·o·neer·den

Werkwoord

vervoeging van
bespioneren

bespioneerden

  1. meervoud verleden tijd van bespioneren
    • Wij bespioneerden. 
    • Jullie bespioneerden. 
    • Zij bespioneerden.