besnijdenis

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·snij·de·nis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord besnijdenis besnijdenissen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de besnijdenisv

  1. de handeling van het besnijden
  2. de gelegenheid waarbij 1) gebeurt
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen