beskyldte
Deens
Woordafbreking
- be·skyld·te
Woordherkomst en -opbouw
- Deense werkwoordsvorm met het voorvoegsel be-
Naar frequentie | 17071 |
---|
Bijvoeglijk naamwoord
- bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van beskyldt
beskyldte, mv
- onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van beskyldt
Werkwoord
beskyldte
- verleden tijd van beskylde
Noors
Woordafbreking
- be·skyld·te
Woordherkomst en -opbouw
- Noorse werkwoordsvorm met het voorvoegsel be-
Naar frequentie | 22102 |
---|
Bijvoeglijk naamwoord
- bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van beskyldt
beskyldte, mv
- onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van beskyldt
Werkwoord
beskyldte
- verleden tijd van beskylde