beroepstak

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·roeps·tak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord beroepstak beroepstakken
verkleinwoord beroepstakje beroepstakjes

Zelfstandig naamwoord

de beroepstakm

  1. Een groep van verwante beroepen in een bedrijfstak. Ook wel de bedrijfstak zelf.
    • Historicus Aart Bijl viste de geschiedenis van een vrijwel verdwenen bedrijfstak op: de beroepsvisserij in Gelderland 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be