beroepencode
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·roe·pen·co·de
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van beroep en code met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beroepencode | beroepencodes |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de beroepencode m
- (informatica) code toegekend aan een beroep, functie, werkzaamheid, ambacht etc.
Gangbaarheid
- Het woord 'beroepencode' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.