beroepbaar
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: beroepbaar (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·roep·baar
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van beroepen met het achtervoegsel -baar
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | beroepbaar | beroepbaarder | beroepbaarst |
verbogen | beroepbare | beroepbaardere | beroepbaarste |
partitief | beroepbaars | beroepbaarders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
beroepbaar
- wat beroepen kan worden
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord beroepbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.