bereider
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·rei·der
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van bereiden met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bereider | bereiders |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de bereider m
- iemand die iets bereidt
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord 'bereider' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bereider" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be