beredeneerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·re·de·neer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
beredeneren |
beredeneerden
- meervoud verleden tijd van beredeneren
- Wij beredeneerden.
- Jullie beredeneerden.
- Zij beredeneerden.
- Wij beredeneerden.
vervoeging van |
---|
beredeneren |
beredeneerden