beredeneerden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·re·de·neer·den

Werkwoord

vervoeging van
beredeneren

beredeneerden

  1. meervoud verleden tijd van beredeneren
    • Wij beredeneerden. 
    • Jullie beredeneerden. 
    • Zij beredeneerden.