beperkend

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·per·kend

Werkwoord

vervoeging van: beperken
verbogen vorm: beperkende

beperkend

  1. onvoltooid deelwoord van beperken
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen beperkend beperkender beperkendst
verbogen beperkende beperkendere beperkendste
partitief beperkends beperkenders -

Bijvoeglijk naamwoord

'beperkend

  1. grenzen stellend; veroorzakend dat allerlei zaken niet meer kunnen; vrijheid berovend
     Boven alles wilde ze vrij zijn en ze vond relaties al snel te beperkend.[1]

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be