beoordeelt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·oor·deelt

Werkwoord

vervoeging van
beoordelen

beoordeelt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beoordelen
    • Jij beoordeelt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beoordelen
    • Hij beoordeelt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van beoordelen
    • Beoordeelt!