benauwende
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: benauwende (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·nau·wen·de
Bijvoeglijk naamwoord
benauwende
- verbogen vorm van de stellende trap van benauwend
Werkwoord
vervoeging van: | benauwen |
benauwende
- verbogen vorm van benauwend, het onvoltooid deelwoord van benauwen