belogen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·lo·gen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
beliegen

belogen

  1. meervoud verleden tijd van beliegen
    • Wij belogen. 
    • Jullie belogen. 
    • Zij belogen. 
  2. voltooid deelwoord van beliegen