belegeraar
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: belegeraar (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·le·ge·raar
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van belegeren met het achtervoegsel -aar[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | belegeraar | belegeraars |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de belegeraar m
- iemand die belegert
Vertalingen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Gangbaarheid
- Het woord belegeraar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.