belangenorganisatie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·lan·gen·or·ga·ni·sa·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord belangenorganisatie belangenorganisaties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

belangenorganisatie v [1]

  1. een organisatie die uitsluitend opkomt voor het groepsbelang
    • Het risico op vogelgriepbesmetting is nu zo klein dat vrijwel alle landelijke maatregelen tegen de verspreiding van de ziekte zijn ingetrokken, zoals de ophokplicht. Dat heeft ministerie van Economische Zaken woensdag verklaard. Ook in omringende landen is het aantal besmettingen flink afgenomen. De ophokplicht had veel gevolgen voor de eiersector. Na twaalf weken in de stal wordt een vrije-uitloopkip een scharrelkip, waarvan de eieren veel minder opleveren. De maatregelen zijn vijf maanden van kracht geweest. In die tijd zijn acht pluimveebedrijven en één commerciële vogelhandelaar met vogelgriep besmet geraakt en zijn vijftien bedrijven en 727.500 vogels geruimd. Volgens de belangenorganisatie van eierhandelaren, Anevei, zal de ophokplicht de sector uiteindelijk 150 miljoen euro kosten. [2] 
Hyponiemen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Casper van der Veen 20 april 2017