beklaagdenbank
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·klaag·den·bank
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van beklaagde en bank met het invoegsel -n-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beklaagdenbank | beklaagdenbanken |
verkleinwoord | beklaagdenbankje | beklaagdenbankjes |
Zelfstandig naamwoord
- (juridisch) zitplaats ("bank") waarin bij een strafzaak de beklaagde zit
- Bij het Majdanek-proces in Düsseldorf waren schofferingen van getuigen door de openlijk nazistische advocaten van de beul aan de orde van de dag, alsof ZIJ, in plaats van de oorlogsmisdadigers, in de beklaagdenbank zaten.
Gangbaarheid
- Het woord beklaagdenbank staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.