bekeuring

Uit WikiWoordenboek
bekeuring

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·keu·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bekeuring bekeuringen
verkleinwoord bekeurinkje bekeurinkjes

Zelfstandig naamwoord

de bekeuringv

  1. een boete die wordt opgelegd voor het overtreden van een wet
    • Hij kreeg een bekeuring voor het rijden door het rode verkeerslicht. 
    • Veel mensen krijgen een bekeuring voor foutief parkeren. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


Nedersaksisch

Zelfstandig naamwoord

bekeuring

  1. bekeuring


Veluws

Zelfstandig naamwoord

bekeuring

  1. bekeuring