behangsel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·hang·sel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord behangsel behangsels
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het behangselo

  1. met motieven bedrukt papier of andere vlakke materialen waarmee wanden van kamers worden bekleed
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be