begoed

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·goed
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding van goed met het voorvoegsel be-
stellend
onverbogen begoed
verbogen begoede
partitief begoeds

Bijvoeglijk naamwoord

begoed

  1. in goede doen zijn
     Rector De Schepper waarschuwde dat het aantal universitairen sterk zal dalen door dergelijke tests en dat vooral kinderen uit minder gegoede gezinnen zouden afhaken. Rijkere ouders zouden hun kinderen toch inschrijven, doordat Crevits de tests niet-bindend wil maken. Minder begoede ouders zouden dat risico niet nemen.[1]
     Optima Bank heeft onder meer geld te goed van Optima Global Estate (OGE). OGE verkocht vastgoed aan begoede klanten van Optima Bank en moest in ruil een stevige vergoeding betalen.[2]
     “De verkeersboetes stijgen in ons land ook veel sneller dan de levensduurte. De boetetarieven houden met andere woorden geen rekening met de kostprijs om te leven. Voor sociaal minder begoede burgers is dit een pijnlijke zaak. Welgestelde burgers betalen dan in verhouding tot hun levensstandaard een te lage boete”.[3]
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron
    kld
    “UGent voorstander van oriëntatietests” (31/08/2015), De Standaard
  2. Bronlink Weblink bron
    Pascal Dendooven
    “Deadline voor schuldeisers Optima” (01/09/2016), De Standaard
  3. Bronlink Weblink bron
    Geert Neyt
    “Verkeersboetes stijgen tot 30 procent” (08/12/2016), De Standaard