begijn
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·gijn
Woordherkomst en -opbouw
- via Middelnederlands beghine, van middeleeuws Latijn beggina en Oudfrans beguine, in de betekenis van ‘lid van bepaalde kloosterlijke lekengemeenschap’ voor het eerst aangetroffen in 1266 [1][2][3]
Over de verdere herkomst van het woord bestaan verschillende theorieën.- a. Afgeleid van beige, de kleur van ongeverfde wol, vanwege de eenvoudige kleding die ze droegen; hoe de /ʒ/ (zj-klank) in een /ɡ/ of /ɣ/ (g-klank) is veranderd is echter niet goed te verklaren.
- b. Afgeleid van een Middelnederlands woord "beggen" dat dan "prevelen, het opzeggen van gebeden" zou hebben betekend, maar er zijn geen teksten die bewijzen dat dit woord heeft bestaan.
- c. Een eponiem dat verwijst naar de bijnaam van de 12e-eeuwse Luikse priester Lambert le Bègue "de mompelaar". Het verhaal dat hij de oprichter was, is niet plausibel omdat er tot tientallen jaren na zijn dood geen documenten zijn die op het bestaan van begijnen wijzen, het zou gelet op de spirituele verwantschap misschien om een spottende verwijzing kunnen gaan die een geuzennaam werd.
- d. De heilige Begga is pas als patroonheilige gekozen op een moment dat de benaming "begijn" al geruime tijd bestond.
- e. Een afleiding van Albigenzen is zowel naar betekenis als naar klank niet goed te verdedigen.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | begijn | begijnen |
verkleinwoord | begijntje | begijntjes |
Zelfstandig naamwoord
de begijn v
- vrouw die, zonder een kloostergelofte af te leggen, met anderen gemeenschappelijk als geestelijke zuster leefde (vanaf begin der 13de eeuw)
Synoniemen
- bagijn (uitspraakvariant)
- lekenzuster
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord begijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "begijn" herkend door:
75 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ begijn op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "begijn" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Eponiem in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 75 %
- Prevalentie Vlaanderen 93 %